Afgelopen Juni stuurde ik onderstaande reactie naar iemand van de VO-raad. Het vat goed samen hoe ik over de huidige ontwikkelingen naar een zogenaamd maatwerkdiploma denk: “Mijn betoog is echter dat er een levensgroot gevaar is dat de wens om maatwerk te leveren, naar mijn mening ingegeven door een relatief kleine groep anekdotische dramaverhalen, gaat leiden tot ‘Engelse toestanden’. Dus dat we een groot pluspunt van het Nederlandse systeem op losse schroeven zetten voor een ideaal dat nooit bereikt gaat worden.”
- De gedachte dat in Engeland (ik zeg UK maar Schotland is behoorlijk anders) meer maatwerk zou zijn stamt denk ik van de gedachte van het ‘oude systeem’ met O en A levels. Het romantische beeld van de 10-jarige wiskundegenie die al naar de universiteit kan gaan. Los van diverse andere uitdagingen die dit met zich meebrengt is het in de praktijk niet zo romantisch. Op paper zijn er ‘allerlei kansen’ om naar hogere niveaus te gaan, in de praktijk wordt dit gegeven gebruikt om eigenlijk -als het niet lukt- de verantwoordelijkheid op kinderen af te schuiven. Immers, je *kunt* naar een hoger plan maar je haalt het niet. Dus in mijn ogen zorgt dit er juist voor dat er meer ongelijkheid komt (zie ook de volgende punten).
- Het toetsen in de UK wordt op papier veel langer uitgesteld. Einde basisonderwijs zijn er de SATs maar die dienen niet voor plaatsing VO. Ze zijn er alleen om basisscholen op ‘af te rekenen’. VO plaatsen worden vergeven op basis van ‘catchment’, kortom waar je woont. Dit is natuurlijk al sterk verbonden met Socio-Economische Status, beter bedeelden wonen in gebieden met doorgaans betere scholen, mede omdat catchment ook huurprijzen en huizenprijzen (indirect) bepalen. Dit leidt tot straten waar ene kant straat met zelfde huizen andere kant 200 pond per maand duurder. Maar het is nog gekker, op papier begint iedereen ‘gelijk’ aan de VO maar om ‘maatwerk’ te leveren voor ‘de betere leerling’ kun je sommige vakken op een ‘hoger niveau’ doen. Hierbij krijg je meer leerstof aangeboden. Dit werkt dan weer door in het VO alwaar alweer op paper ‘iedereen gelijk is’ maar kinderen na een paar maanden in zg. ‘sets’ worden ingedeeld. Eigenlijk is dat gewoon ‘ability grouping’ waarbij het idee dan is dat je kunt ‘opstromen’ per vak als je daar talent voor hebt. Op papier dus weer ‘maatwerk’. Maar ook dat werkt in de praktijk niet: lagere sets kom je bijna niet uit, omdat het sociaal-pedagogische klimaat niet optimaal is (zeg maar, er wordt niet opgelet, want iedereen straalt uit ‘we zitten inde laagste set. Daarnaast wordt niet alle stof onderwezen (Opportunity to Learn). Dus heb je een achterstand, demotivatie, de lagere sets blijven veroordeeld tot lager, hogere worden hoger. Ogenschijnlijk maatwerk leidt tot ongelijkheid.
- Het is al vaker geopperd op twitter en vervolgens wordt er gezegd ‘maar we willen niet dat het lagere geaccepteerd wordt maar dat als iemand wat meer kan (ik moet denken aan Rosenmullers wiskunde op VWO voorbeeld) dit ook kan. Ik denk dat dit veel minder vaak gaat voorkomen dan wat naar mijn mening veel meer de trend is: de voorbeelden van de VWO leerling die niet goed in talen is en dreigt niet te slagen, die talen op een lager niveau gaat doen. Het meest heldere systeem blijft voor mij een uniform diploma. Waarbij aangetekend dat het allang niet uniform meer is met profielen, keuzevakken en zelfs al maatwerkregelingen. Dat is al genoeg maatwerk en ik denk dat het overgote deel van de leerlingen daar prima mee kan opschieten. ik heb daarom ook al eens geopperd dat de omvang van ‘het probleem’ maar eens helde rgemaakt moet worden. Dat is niet wat anekdotes hier en daar. Het vereist ook dat duidelijk wordt gemaakt dat het hudiige systeem fnuikend is. Dat betekent niet hier en daar een anekdote dat iemand niet heeft kunnen doen wat hij/zij wil (en bovendien zal hier de neiging zijn om ‘het systeem’ de schuld te geven). Ik denk dat het ‘probleem’ wel meevalt.
- Ranglijsten en rankings. We werken naar een systeem met ongelijke diploma’s (want maatwerk). Dit systeem zal leiden tot veel verschillen aan het einde van het VO, zoals nu in Engeland met GCSEs. In Engeland zijn er dan nog meer verschillen aan het einde van A-levels en vervolgens is er het Hoger Onderwijs waarbij de A-level cijfers de doorslag geven. In het voorjaar schrijven toekomstige studenten zich in en krijgen ze zogenaamde ‘offers’, bijvoorbeeld ‘als je drie A*’s haalt (A*A*A*) dan willen we je graag naar Oxford. Soms zijn die zelfs ‘unconditional’. Ook moet je soms nog een aanvullende toets doen of een intake gesprek (meestal de betere universiteiten, bij ons is dat bijvoorbeeld al zo voor de lerarenopleiding). De prestigieuze, hoger op ranking staande universiteiten en opleidingen kunnen hogere eisen stellen. Neem mijn uni (zg. Russel Group, zeg maar sub-top, top 20), engineering AAA, de meeste opleidingen AAB, wat minder populaire ABB, maar niet lager. Vervolgens doe je A-level examens. Haal je het dan kun je je ‘offer’ opnemen en naar de uni in kwestie. haal je het niet, dan moet je alsnog een plek zoeken in September (dit heet ‘clearing’). Opleidingen proberen daar hun overgebleven plaatsen te vullen. 1 Oktober begint het Academische jaar, mede ook om die reden. Ik zie het als volgt: doordat er zo veel verschillen zijn in de ‘pakketten’ voor A-levels, iedereen kan een ander pakket, is er maatwerk. Maar hierdoor is er geen uniforme toelatingseis te stellen. Universiteiten zullen selecteren. Maatwerk leidt tot selectie. Selectie leidt tot competitie. Het voorland van Nederland als er ‘maatwerk’ komt. Dat is geen goede zaak.
Nou snap ik dat ik in dit hele relaas al meerdere keren heb gezegd dat het ‘in de praktijk’ niet werkt. De gedachte kan daarom zijn ‘maar het is wel een mooi idee dus wij doen het gewoon anders en beter, en dan gaat het goedkomen’. Mijn betoog is echter dat er een levensgroot gevaar is dat de wens om maatwerk te leveren, naar mijn mening ingegeven door een relatief kleine groep anekdotische dramaverhalen, gaat leiden tot ‘Engelse toestanden’. Dus dat we een groot pluspunt van het Nederlandse systeem op losse schroeven zetten voor een ideaal dat nooit bereikt gaat worden.
Dit alles laat niet onverlet dat (i) de betere leerling beter bediend kan worden, (ii) maatwerk soms heel handig kan zijn. Over (i): persoonlijk denk ik dat dit meer een mentaliteitskwestie is. Ik heb nooit goed begrepen hoe we personen anders dan ‘de betere leerling’ in het VO verantwoordelijk kunnen houden of ‘het er echt uit komt’. Als een puber, en dat valt best te begrijpen, zichzelf niet tot daden kan aanzetten dan moet deze daar aan werken. Al dan niet gesteund door ouders, schools enz. Maar hij/zij moet het wel doen en de actoren om hem/haar heen moeten niet. Dat is geen ontkenning van de rol van het onderwijs; die moet ‘slechts’ (blijven) doen waar ze goed in zou moeten zijn: onderwijzen. Over (ii): hier kan de wet misschien wat vrijer gemaakt worden. Maar dat is geen systeemwijziging. Het opstromen en stapelen weer makkelijker maken, iets wat ook de inspectie constateeert (maar dan gek genoeg in plaats van te zeggen ‘dat is slecht’ ook op de maatwerk-toer gaat), is een veel snellere en minder risicovoller manier om de toegankelijkheid goed te houden maar toch meer maatwerk te leveren. Het legt ook de verantwoordelijkheid bij de leerling, niet het onderwijssysteem.